Skip to main content

Het fiscale stelsel van de gespreide taxatie van meerwaarden maakt het mogelijk om de verschuldigde belasting op een meerwaarde die u realiseert, te spreiden in de tijd.

Dat stelsel legt wel een belangrijke voorwaarde op: tijdig herbeleggen van de verkoopopbrengst in een passende investering. ‘Tijdig’ betekent dan meestal een vrij korte termijn van maximaal drie jaar. Een interessante uitzondering is de langere herbeleggingstermijn van vijf jaar voor investeringen in ‘gebouwde’ onroerende goederen. Recent hebben twee rulings de discussie over wat precies onder ‘gebouwde’ onroerende goederen valt, opnieuw aangewakkerd.

Wat is de gespreide taxatie van meerwaarden?

Wanneer een ondernemer een meerwaarde realiseert op een activum dat voor zijn beroepswerkzaamheid wordt gebruikt, wordt deze meerwaarde in principe belast in het jaar van realisatie. Onder bepaalde voorwaarden kan echter ‘gespreide taxatie’ van deze meerwaarde worden toegepast. Daarbij wordt de belasting over de meerwaarde gespreid over meerdere jaren, nl. over de afschrijvingsduur van de investering waarin wordt herbelegd.

Een van de voorwaarden is dat de opbrengst van het vervreemde actief tijdig wordt herbelegd in afschrijfbare activa die binnen de Europese Economische Ruimte worden gebruikt voor de beroepsactiviteit.

De termijn voor deze herbelegging is in principe drie jaar, maar kan worden verlengd tot vijf jaar als de herbelegging plaatsvindt in een ‘gebouwd’ onroerend goed, een vliegtuig of een vaartuig. Dit biedt ondernemers ruimere mogelijkheden om aan hun herbeleggingsverplichting te voldoen.

Wat is een ‘gebouwd’ onroerend goed?

Recente rulings hebben de interpretatie van het begrip ‘gebouwd’ onroerend goed onder de loep genomen, waarbij interessante conclusies zijn getrokken.

In een van de rulings werd bevestigd dat investeringen in fotovoltaïsche installaties op gebouwen van derden kunnen worden beschouwd als investeringen in ‘gebouwde’ onroerende goederen.

Een andere ruling bevestigde dat een investering in een beton- en mengcentrale ook kan worden beschouwd als een investering in een ‘gebouwd’ onroerend goed.

Beide types investeringen worden dus beschouwd als ‘gebouwd’ onroerend goed en openen de mogelijkheid van een langere herbeleggingstermijn van 5 jaar.

Belang van de juiste classificatie

De juiste classificatie van investeringen blijft echter zeer belangrijk, met name als het gaat om de herbeleggingstermijn voor meerwaarden. Hoewel investeringen in fotovoltaïsche installaties en beton- en mengcentrales mogelijk de aard hebben van onroerende goederen door incorporatie, moeten ze specifiek worden beschouwd als ‘gebouwde’ onroerende goederen om in aanmerking te komen voor de langere herbeleggingstermijn.

Conclusie

De recente rulings bieden meer inzichten in de mogelijke interpretatie van het begrip ‘gebouwd’ onroerend goed. Het blijft echter gaan om rulings en interpretatie – tijdig advies inwinnen bij uw fiscale experts is dus essentieel om ervoor te zorgen dat de herbeleggingstermijn optimaal wordt benut en fiscale risico’s worden geminimaliseerd.

Leave a Reply